Inleiding

Vriend lezer! Ik vertrek dus op reis en neem, naar advies van Omer Wattez, mijn smartphone mee met daarop mijn betaal-app. Blinkende metalen schijfjes zijn anno 2024 niet meer van deze tijd maar het beschikken over geld opent nog altijd, misschien zelfs nog meer dan ooit, deuren. Ik meen te begrijpen dat Wattez de tijd nog gekend heeft dat reizen een uitzonderlijke activiteit was en dat, als je als reiziger ergens langs kwam, je op bijbelse wijze  doorgaans gastvrij werd onthaald. Het is een tijd die ik zelf nooit gekend heb. Gastvrijheid is allang vertaald in toerisme en toerisme is een synoniem voor economie geworden. De reiziger is geen bijzondere gast meer, maar een bron van inkomsten. De verwondering voor de bezoeker van ver weg heeft plaats gemaakt voor de gretigheid om zijn reisbudget te bemachtigen. Het gevolg is dat het kleinste dorp tegenwoordig ijskastmagneten aanbiedt van het lokale kapelletje, gemaakt in China.

Het is vandaag 11 juli, de uitgelezen dag om de Vlaamsche Ardennen te herschrijven. Het vermelden van de datum geeft me de gelegenheid om toch een disclaimer mee te geven. Omer Wattez staat geboekstaaft als overtuigd Vlaamsgezind. Ik ben dat niet. Ik heb niets met een heimat of met het uitdrukkelijk manifesteren van één of andere identiteit. Vendelzwaaien is me vreemd en die vlaggen die steevast in wielen van renners terecht komen, vind ik ronduit irritant. Ik weet we ons allemaal wel definieren met waar we vandaan komen – ik zeg ook regelmatig dat ik van de kust kom – maar ik heb grote reserve om daar sterk mee uit te pakken. Hoe meer je loopt te vertellen wie jij bent en waar je vandaan komt, hoe meer je het verschil met je gesprekspartner onderstreept. De kranten staan bol van conflicten die gebaseerd zijn op het opeisen van je eigen stuk grond op basis van identiteit, of het nu geografisch dan wel religieus is. In veranderende tijden – en daar leven we momenteel in – zoekt een mens houvast en helaas denken we dit te vinden in die ene zekerheid: waar we vandaan komen. Die verandert immers niet. Je bent ergens geboren. Maar wie zich vastklampt aan de wieg, kan niet reizen en verengt zijn blik op de wereld. Die geboortezekerheid wordt een referentie en die referentie wordt al te vaak verward met een gelijk: mijn visie is de juiste. Mijn cultuur is hoe het hoort. Onbewust zien we alles slechts vanuit één invalshoek, één bril. Ik was ooit aanwezig op een lezing van de Libanees-Franse schrijver Amin Maalouf. Hij maakte toen een ernstig grapje met de Engelse woorden Roots en Routes, die als je ze hoort, hetzelfde klinken. In zijn boek Origins, waarin hij op zoek gaat naar de geschiedenis van zijn grootvader, schrijft hij dat bomen wortels nodig hebben, mensen niet. Ik heb zijn woordspeling me later eigen gemaakt met de woorden “Het is beter je te concentreren op je routes dan op je roots.

Suske en Wiske KLM de Gouden CirkelWillen we een echte reiziger zijn, dan gaan we op stap met een open blik. Een blik van verwondering, waarbij de ander ons doet vragen stellen en ons doet beseffen dat het misschien ook wel “anders” kan. We reizen om te leren. Ook Suske en Wiske wisten het al.

Ik stip ook nog graag, hoe kan het ook anders voor wie mijn verhalen volgt, prof. Ulrich Libbrecht aan, die de grondlegger is van de Stichting Omer Wattez (vandaag Milieufront). Hoewel Libbrecht zich ook Vlaams profileerde was hij toch vooral de man die zijn volk probeerde met een open blik naar de wereld te laten kijken. Libbrecht, sinoloog en comparatief filosoof, maakte er zijn levenswerk van om een manier te vinden om te vermijden dat we “de ander” alleen maar zouden zien met onze eigen bril. Libbrecht leefde fervent volgens het adagium van die andere wereldburger, Desiderius Erasmus, aan wie hij de uitspraak “Ego Mundi Civis” ontleende als wapenspreuk te gebruiken voor zijn eigen school voor comparatieve filosofie (SCFA): “Ik wil een burger van de wereld zijn.”

Dus vriend lezer, opent uw blik als ge op stap gaat door de Vlaamsche Ardennen, weet dat waarvan ge komt slechts het startpunt is, het begin van alles dat er nog te ontdekken valt in deze heuvels die we hier bergen noemen. Ontdek dat er meer is dat je nog niet wist dan je al wist.

Ik stap op mijn motorfiets en rij naar mijn eerste bestemming, Edelare-berg.  Omer Wattez verwijst in zijn boek graag naar dichters en zangers uit de streek. In mijn helm laat ik “Iedereen is van de wereld” klinken.

(foto boven: molen Meuleken’t  Dal te Zingem, genomen op 11 juli 2024, vanuit mijn schrijfkamer onder de dakpannen)